Een bekwame onderzoeker zit aan zijn bureau geconcentreerd te werken aan
een project om de wereld te verbeteren, als plots zijn dochtertje van
vijf jaar binnenkomt.
‘Ik wil spelen’, zegt ze.
Maar de man antwoordt dat hij nu echt geen
tijd heeft en dat ze hem moet laten verder werken aan zijn project. Na wat aandringen geeft het dochtertje toe en ze verandert van tactiek.
‘Laat mij dan helpen, zodat je vlugger klaar bent met de wereld te
verbeteren’, zegt ze.
De man is helemaal vertederd en zoekt een oplossing. In een tijdschrift
vindt hij een wereldkaart, hij scheurt die aan stukken en geeft alles
aan zijn dochtertje met de opdracht dat zij de wereld opnieuw ‘in orde
moet brengen’. Hij hoopt zo de rest van de dag van haar af te zijn,
aangezien hij weet dat zijn dochter nog te klein is en dat zij het
“beeld van de wereldkaart” nog niet eens kent.
Maar na een kwartiertje komt ze fier zijn bureau terug binnen met de
wereldkaart netjes aaneengeplakt. ‘Klaaaaaaar’, roept ze uit.
‘Hoe heb je dát gedaan?’ vraagt de papa stomverbaasd.
‘Simpel’, zegt het meisje.
‘Toen jij het blad uit het tijdschrift
scheurde, zag ik dat er op de achterkant een foto van een mens stond.
Toen ik die wereld niet ineen kon puzzelen, heb ik dan maar alle stukken
omgedraaid en eerst “de mens in orde gebracht”… Toen ik daarna het blad
omdraaide, zag ik dat de wereld ook meteen in orde was gekomen’.
Adolfo Perez Esquivel, Argentinië
Geen opmerkingen:
Een reactie posten